Categorie: 2015

  • Het verhaal van ‘Bootjes’

    Het verhaal van ‘Bootjes’

    Het verhaal van ‘Bootjes’
    Installatie gemaakt voor hospice ‘Veerhuis’ in Amsterdam
     
    Door Hanna Mobach
     
    Mijn man, Maarten Houtman, verbleef in deherfst van 2010 twee maanden lang in hospice ‘Veerhuis’ in Amsterdam, waar hij gastvrij opgenomen werd. Ook voor mij was het een bijzondere periode, omdat hij nog wel in de buurt was, maar vele handen het werk verrichtten waar ik al die tijd vrijwel in m’n eentje voorstond.
    Als dank voor de zorg en warmte waarmee de vrijwilligers de bewoners van dit huis begeleiden naar de andere oever, besloot ik voor elk van hen een bootje te maken, totaal vijftig in getal.
    [klik op afbeelding om te vergroten]
     
    Ik begon met het bootje dat ik het beste kende, ik had het getekend in 1984 voor de omslag van Maartens eerste boek over meditatie, ‘Zen; notities onderweg’. Het bestaat uitsluitend uit bijeengebonden bamboe stammen met een lage boeg, een rustende visser en een mand voor de vis. Het zou in klei erg breekbaar zijn.
     
     
    Daarna maakte ik een aantal zeilbootjes, met de visser rustend op de voorplecht, als een kleine boeddha. Kajaks, roeibootjes, een paar veerponten, een slank vaartuigje met twee vrienden volgden.
     
     
    Ik werkte met wit- en roodbakkende klei, penseelde een beetje kobalt, ijzeroxide en mangaan op de witte klei. Zo gingen ze de oven in. Daarna werden de witbakkenden in een romig wit glazuur gedoopt en gestookt; een aantal roodbakkenden gingen mee en werden prachtig paars.
     
    Al werkend werd duidelijk dat deze bootjes erg ongelijksoortige – om niet te zeggen: oneerlijke – cadeautjes zouden worden, en dat zij als groep veel sterker waren en ook als zodanig gepresenteerd en geplaatst moesten worden.
    Dat heeft mij veel kopzorgen gekost en het duurde lang voor ik tevreden was met de plaatsing zoals die tenslotte geworden is: een lange smalle drager van geëtst spiegelglas waarop de bootjes voortvaren n een wisseling van maat en ritme, hoog en laag, wit en rood, met de zware accenten van paars en bruin in contrast met de luchtigheid van het romig wit. En dat alles op het zachtgroene ‘water’.
     
    Wat was de inspiratie – behalve bewondering en dankbaarheid voor de mensen die in het ‘Veerhuis’ werken, om er het laatste huiselijke huis van te maken voor de grote overtocht? Dat was het motto in Maartens boek ‘Zen; notities onderweg’:
    Laat je maar gaan,
    de stroom trekt,
    vergeet de zwaarte,
    vergeet het bekende,
    en dans weg in de stroom,
    water in water
    Amsterdam, december 2012, Hanna Mobach
     ‘Bootjes’ in Hospice Veerhuis
  • Keramische portretten

    “Vlak na de oorlog, ik was elf, was ik diep onder de indruk van een groot zelfportret van Rembrandt. Zo wilde ik het ook en zo zou ik het nooit kunnen.
    Toch probeerde ik het, met een potlood en een dubbele spiegel, waarin je je profiel kon zien. Vader zei: “Gom hoef je niet te gebruiken, want er zijn geen foute lijnen.”

    Boven: Portret Hanna Mobach in Assen

    Hanna-Mobach, Zelfportret, 1961
    [klik voor vergroting]

    “Van alle portretten (behalve zelfportret en portret vader) werden in de pottenbakkerij voor mij gipsmodellen gemaakt en afdrukken. Deze werden donkergrijs geglazuurd.”

    Hanna-Mobach, Zelfportret, 1961
    [klik voor vergroting]
    xHanna Mobach, Portret vader, 1964
    [klik voor vergroting]
    Hanna Mobach, Portret van Maaike Smit (3 j.), Groningen, 1964 
    [klik om te vergroten]
    Hanna-Mobach, Zittende-vrouw, 1964
    [klik voor vergroting]
    Hanna-Mobach, Lezend vrouwtje, 1965
    [klik voor vergroting]

    Eind 1965 ging ik naar Ateliers 63.Het zou voor drie maanden zijn, het werden drie jaren, waarin mijn leven drastisch veranderde.In de voorgaande jaren was ik wellicht vakbekwamer geworden. Maar ik wist niet hoe je kon laten zien wat je bezighield, al had ik veel getekend en ook geboetseerd.Ik wilde een mentaliteit leren, begrijpen hoe je je langere tijd met een onderwerp bezig kon houden, hoe je het ontwikkelen kon en zijn gang laten gaan.”Niet teveel je wil opleggen,” zei Couzijn, en, toen ik werkte aan een groot beeld:”You have to sustain your emotion.”
     hannamobach.nl/Ateliers63

    Boven: Herplaatsing van ‘De engel’, 1996
    Tuin verpleeghuis ‘De Wijngaard’, Bosch en Duin

    Hanna-Mobach, De engel, 1965, Gips, h 75cm; brons 1967
  • Onthulling ‘Cape’ op 30 juni

    Cape (1973) in de tuin van provinciehuis Rijnsweerd
    [Klik om te vergroten]
    Tekening van de nieuwe locatie
    [klik om te vergroten]

    ‘Cape’ – ook wel Mantel genoemd – kreeg dinsdag 30 juni 2015 een nieuwe locatie in de stad Utrecht. Dankzij de inspanningen van velen kon ‘Cape’ een plek krijgen in het Kromme Rijn Park, achter Breitnerlaan 9 – zie bovenstaande locatie-tekening van de Gemeente Utrecht.

    “Tussen de schapen op de hoogvlakte stond een hardgroen ding. Het hield de blik gevangen, het was niet thuis te brengen, wat was het? Er leek iets in te leven, een minieme beweging moet het geweest zijn. Plotseling gooide het de kap af en kreeg het menselijke proporties.
    Met klei kleine schetsen gemaakt.
    Pas toen ik er een in elkaar kneep, ontstond er een spleet die opriep wat me gefascineerd had.
    In Utrecht werd in die tijd een nieuwe gasoven gebouwd. Jaan Mobach liet het gewelf 10 cm verhogen, dan zou de cape,
    als de kop losgesneden werd, er precies in passen – het beeld zou 2,20 m hoog worden.
    Ik bouwde het beeld uit ringen op en wijdde daarmee mijn nieuwe atelier in Amsterdam in.
    Mart Joosten verzorgde het transport naar Utrecht toen de klei lederhard was en na droging zette Van Gendt en Loos het met een vorkheftruck in de oven.
    Enkele jaren later werd het in de tuin van het toenmalige Provinciekantoor in Utrecht geplaatst, na een presentatie waaruit 10 keramisten overbleven.”

    Kunstrecensent Anne Berk schreef over ‘Cape’:
    “Keramiek in de breedste zin van het woord is een omhulling van de leegte. Daar speelt Hanna Mobach met de ‘Cape’ op in. De ‘Cape’, ‘Rode jas’ en ‘Blauw jasje’ zijn, net als ons lichaam, een tijdelijk omhulsel dat wij uiteindelijk van onze schouders zullen werpen. Mobach is sterk doordrongen van de vluchtigheid van het bestaan.”

    Onthulling van de ‘Cape’ (foto Ingrid Bakker)
    [klik om te vergroten]
    ‘Cape’ onthuld (foto Peter van Balgooi)
    [klik om te vergroten]

    Bij de onthulling hoorde ik vertellen dat kinderen, die het beeld op zijn oude locatie in Rijnsweerd hadden zien staan, het een beetje ‘eng’ vonden. Mijzelf doet deze figuur zonder gezicht onweerstaanbaar denken aan een ‘Zwarte Ruiter’, de angstaanjagende gevleugelde geestverschijningen uit Tolkien’s In de ban van de ring’ – hoewel het beeld dat aan Hanna’s fantasie ontsproot decennia vóór de verfilming door Peter Jackson al gerijpt was…
    Toegegeven, Hanna zag iets vanuit haar ooghoeken – het gebied waar volgens de overlevering onze angsten vorm aannemen. Maar zij zag ook dat dat ‘hardgroene ding’ temidden van de schapen, na het afgooien van de kap slechts een gemantelde schaapherder bleek te zijn. Terwijl wij als naïeve toeschouwers de oerscène voorgeschoteld krijgen – wat zij zag voordat de ban gebroken was…

    Hein Zeillemaker

    ‘Cape’ droomt verder… (foto Peter van Balgooi)
    [klik om te vergroten]